Voorbeeld: | Les 2B van het project 'Heksen en bezemstelen' over lichtfeesten/Kerst voor groep 3/4 |
Les 2B | |
Titel | Een prijs in de lotto |
Thema | Hebben of zijn |
Benodigdheden | Computer, printer, werkblad 2B.1 - 2B.3, informatieblad 2B.1, achtergrondinformatie 7.1, 7.3 en 7.4, handpop Helligie, een kar met drie dozen, uitgeknipte duifjes, één grotere duif en een kaars |
Doelstelling | De kinderen onderzoeken wat lichtfeesten, in het bijzonder het kerstfeest, te maken hebben met 'hebben en zijn' |
Vooraf
Een dag voor deze les vullen de kinderen het bijgevoegde wensformulier in (werkblad 2B.1). Dit kan op twee manieren:
Deze les is een variant van les 1A uit het project 'Als vele kleine mensen' voor groep 7/8. Vanwege de lengte kan deze les goed in tweeën worden opgesplitst. De scheiding zou kunnen liggen bij het verhaal van Joshua.
Aanvang van de les. Leerkracht: "Stel: je hebt een prijs in de lotto gewonnen van €10 (of voor groep 4 € 100). Wat zou je met dit geld doen? Je moet het geld uitgeven. Waaraan? Daarvoor krijg je een speciaal lottoformulier".
U deelt werkblad 2B.2 uit. Hierop staan de bestedingsmogelijkheden vermeld. Elk kind mag maximaal €10 (of €100) uitgeven. Deze opdracht is ook op de computer te maken. De kinderen printen dan het ingevulde formulier uit. Zoekproces
De resultaten van het 'lottospel' worden besproken. Hieraan voorafgaand worden de keuzemogelijkheden op het bord vermeld. Door te turven wordt een klassenportret gemaakt (tempo!). Kinderen vinden het interessant van elkaar te horen waar de verschillende interesses liggen. Ook kan gebruik worden gemaakt van een computeruitdraai met totaalscores.
Op een gegeven moment haalt u de voorkeurenformulieren van de vorige les tevoorschijn. Het resultaat wordt meegedeeld.
Laat de kinderen reageren. Het komt regelmatig voor, dat bij het voorkeurenformulier immateriële mogelijkheden hoog scoren terwijl bij het 'lottospel' de materiële keuzes de boventoon voeren. Bij een verschil in uitslag vraagt u (of de handpop Helligie) de groep naar een verklaring. U kunt de handpop heerlijk kritisch laten zijn, een beetje laten dwarsliggen. U vervolgt met de vraag: 'wat zou Joshua te zeggen hebben op wat jullie gekozen hebben?' U zorgt opnieuw voor een ruime vertelkring. Het karretje van Joshua wordt, met nog drie dozen, in de kring gezet. Kort wordt voor de kinderen in herinnering geroepen, wat er de vorige les aan de orde is geweest. Wellicht kunt u nog even inventariseren, wat er in de eerste doos zat en de gemaakte werkstukken bekijken.Een mogelijk inleidende vraag: "Er brandt al één kaarsje op de adventskrans. Voor wie brandt dat kaarsje?" U vervolgt: "Misschien komt er vandaag wel een tweede kaarsje tevoorschijn. Laten we maar gauw gaan luisteren naar Joshua. Wat zal hij ons vandaag te vertellen hebben?" (zie informatieblad 2B.1) Het is een verhaal over mensen uit het westen. Mogelijke vragen/aandachtspunten voor een aansluitend klassengesprek:
Mogelijke verwerkingsopdrachten:
De kinderen kunnen op hun levensbeschouwelijke inter- of intranetsite reageren onder het motto 'Het verhaal gaat door ...' (de les ging over / ik vind / wie reageert?;). |