Typering: Wat een gedoe is het bij Knofje thuis. Oma loopt zenuwachtig heen en weer. Vader wriemelt alsmaar aan zijn snor. Knofje kan niet in slaap komen door al die geluiden die ze hoort. Oma heeft beloofd dat ze Knofje zal roepen als de baby er is. En dan belt de dokter. Nu zal het wel niet lang meer duren...
Typering: Intercultureel prentenboek voor groep 1 - 4 met drie verhalen over 'geboorte' in islam en christendom. Het eerste verhaal speelt in het hier en nu en gaat over de geboorte van Noera, een zusje voor Latifa. Samen met Luuk en Latifa maken we kennis met de gewoontes en rituelen rondom een geboorte in zowel de christelijke als islamitische traditie.
Dit verhaal geldt voor les 1.
De bijbehorende twee miniboekjes (met de eeuwenoude geboorteverhalen verteld uit het christendom en islam: van Jezus en de profeet Mohammed) kunnen in les 4 worden aangeboden. De geboorteverhalen van Jezus en de profeet Mohammed worden verteld in eenvoudige woorden. Zo kunnen de kinderen kennismaken met deze verhalen die binnen de islamitische en christelijke geloofstradities van generatie op generatie worden doorverteld.
Deze verhalen zijn niet online beschikbaar. Boekje moet dus worden aangeschaft. AANRADER!
Voor een aanbod van de vertelplaten in boekvorm wordt verwezen naar het schematisch overzicht (in ontwikkeling)
Voor een aanbod van de vertelplaten in boekvorm wordt verwezen naar het schematisch overzicht (in ontwikkeling)
Mogelijke vragen:U vertelt de kinderen: ‘Als een kindje één jaar wordt is er weer een feest! Kijk maar eens naar ‘Verjaardag vieren’ (met Flip de beer) of ‘Mijn verjaardag’
Het kerstkind is geboren. Men zegt dat hij een koning is zonder legers of ruiters. Toch is hij machtiger dan alle koningen die er ooit zijn geweest. Deze koning is vriendelijk en goed, hij is de koning van vrede en vreugde. De drie koningen, de herders en de dieren willen het kerstkind gaan begroeten. Een grote, heldere ster wijst hen de weg.
DVD fragment 18 is (binnenkort) op te vragen via hellighart.nl, digibord, project 3
Extra zoekontwerpen:Typering: Voor Tim is het begrip Kerstmis nog onduidelijk. Waar vind je Kerstmis? Op de kerstmarkt? Tussen de sparrenbomen, de kaarsen, de stalletjes? Neemt een man in een rood pak kerstmis mee. Als Tim tenslotte zijn moeder kwijtraakt op de kerstmarkt, komt hij eindelijk de Kerstmisman tegen...
Geen traditioneel kerstverhaal. Wel een zoeken naar de betekenis van Kerstmis.
Typering: Wat een gedoe is het bij Knofje thuis. Oma loopt zenuwachtig heen en weer. Vader wriemelt alsmaar aan zijn snor. Knofje kan niet in slaap komen door al die geluiden die ze hoort. Oma heeft beloofd dat ze Knofje zal roepen als de baby er is. En dan belt de dokter. Nu zal het wel niet lang meer duren...
Het kerstkind is geboren. Men zegt dat hij een koning is zonder legers of ruiters. Toch is hij machtiger dan alle koningen die er ooit zijn geweest. Deze koning is vriendelijk en goed, hij is de koning van vrede en vreugde. De drie koningen, de herders en de dieren willen het kerstkind gaan begroeten. Een grote, heldere ster wijst hen de weg.
Zie ook informatieblad 4B.3
De kinderen kijken naar het beeldfragment 'Chanoeka' (5.00 - 6.35 min.).
Typering: Joodse mensen vieren het lichtfeest Chanoeka. Elke dag wordt er één kaarsje meer aangestoken op de Chanoeka kalender. Vader: Noam, weet jij hoe lang Chanoeka duurt? Noam: Acht dagen. Vader: Acht dagen. Heel goed. En waarom steken we één kaarsje aan en dan elke dag meer kaarsjes? Noam: Omdat het wonder steeds een dag meer duurde. Vader: Ja, het werd steeds groter. Elke dag werd het wonder groter.
En hoeveel dagen zijn we vandaag? Noam: Zeven. Vader: Zeven, want het laatste kaarsje is de sjarmas. Dat is het hulpje. Daar gaan we de kaarsen mee aansteken. Na het aansteken van de kaarsen worden er liedjes gezongen over Chanoeka. En morgen gaat het laatste kaarsje aan. Tijd voor aardappelkoekjes en cadeautjes. Dat hoort bij dit Joods feest! En ook een Chanoeka-spelletje. Gezellig hè? Al dat licht!
Het bij het feest behorende traditionele verhaal 'De acht kaarsjes' kan ook worden voorgelezen en worden besproken: zie hieronder.
Het verhaal kan middels vertelplaten worden aangeboden. Deze platen kunnen ook via het digibord worden gepresenteerd.
De acht kaarsjes |
Heel, heel lang geleden, in een land hier ver vandaan, maakten mensen ruzie met elkaar. Hele erge ruzie. De ene groep, de Joden, had mooie tempels. Daarin kwamen ze bij elkaar om hun god te eren. De andere groep, de Syriërs, wilde dat verbieden. En in plaats van die god van de Joden moest er een andere god komen. Een god van de Syriërs. Maar dat wilden de Joden helemaal niet. Dikke ruzie dus. Eerst waren de Syriërs sterker. Ze pakten de boeken van de Joden af, en allerlei andere spullen zoals mooie kandelaars. En ze pakten de tempels af. De Joden waren daar allemaal heel verdrietig over. Op een dag zei een oude Joodse man: en nu is het wel genoeg. We willen onze eigen God in onze eigen tempels weer eren. Kom op, mensen! Dat was heel dapper van die oude man om dat te zeggen. En daardoor werden een heleboel andere Joden ook dapper. Ze gingen samen proberen om alles terug te krijgen. Dat werd een heel gevecht, maar het lukte! En de Joden waren vooral blij met een hele mooie tempel die ze nu weer terug hadden. Die tempel stond in de plaats Jeruzalem. Toen ze daar hun prachtige bijzondere kandelaar met acht olielampjes weer wilden aansteken lukte dat niet. Er was geen olie te vinden. Geen druppel! Allemaal weggegooid door de Syriërs. Hoe moest dat nu? Opeens kwam er een klein jongetje met een piepklein flesje in zijn hand uit een hoek van de tempel te voorschijn. Een heel klein flesje met ... olie! Dat had hij in een verborgen spleet in de muur gevonden. Hoera, er was dus toch olie. Maar ... er was veel te weinig. Veel te weinig voor acht olielampjes. Er was maar net genoeg olie voor één lampje dat dan maar één dag zou branden. Dus lang niet genoeg olie voor acht lampjes die op de achtste dag allemaal moesten branden. Elke dag kwam er namelijk een brandend lampje bij. Waren ze nou toch voor niets blij geworden door dat jongetje met zijn kleine flesje? Wat moesten ze nu toch doen? Toen gebeurde er iets heel bijzonders: er bleef maar olie uit dat kleine flesje komen. Wat een wonder! De eerste dag brandde er één lampje, de tweede dag twee, de derde dag drie ... tot op de achtste dag alle acht lampjes stralend branden. Een prachtig gezicht. En alle gezichten van de joden lichtten op bij het kijken naar die mooie kandelaar. Wat een feest! De Joden waren hierdoor zeer gelukkig. Ze konden de tempel, hun tempel, weer gebruiken waar hij voor bedoeld was. En tot op de dag van vandaag vieren de Joden elk jaar dit wonder van de achtarmige kandelaar. Die kandelaar heet Chanoekia. En het feest, het lichtfeest, noemen ze Chanoeka. Bron: Heb 't lef! Project 1
|
Typering: Als het donker is, zie je de sterren. Er zijn zoveel sterren. Je kunt ze niet eens tellen. Sterren staan zo ver weg dat je alleen een klein lichtpuntje ziet. Hoe zou het zijn als je naar de sterren kon vliegen? Ga je mee? Je reist heel ver weg van de aarde. Heel ver. Het blauw is water en het bruin land. Je vliegt hoger en hoger, door de wolken heen. Kijk, dat is de aarde. Je vliegt hoger en hoger het heelal in. Het heelal is heel groot. Het heeft geen begin en geen einde. Het gaat maar door. In het heelal zweeft de aarde. Maar niet alleen de aarde, maar ook de andere planeten, manen en sterren. De sterren staan nog veel en veel verder weg dan de planeten. Veel verder! Er is één ster die jullie heel goed kennen. Dat is de zon. Ja, de zon is een ster. De zon geeft licht net als alle andere sterren. Het is een gloeiende lichtbol die héél heet is. Als je verder vliegt kom je nog meer sterren tegen. Het zijn er zo veel dat je ze niet kan tellen. Al die sterren bij elkaar noem je de melkweg. Zo, nu gaan we maar eens terug naar de aarde. Ga je mee?
Typering beeldfragment: Erik en Raaf: Erik viert Kerstmis op de manier zoals de Hindoes hun lichtfeest Divali vieren. Raaf zit in de dakgoot en viert zijn eigen lichtfeest met oliebollen en een kerstboom. Hoe zou het kerstfeest er uitzien als ze het samen vieren? Programmaonderdelen: Een filmpje over verschillende lichtfeesten, kinderen zien hoe hindoes Divali vieren en joden Chanoeka, Christenen vieren Advent en er worden kaarsen gemaakt, Prentenboek 'De ster van Bethlehem' van Marcus Pfister.
Het fragment biedt dus ook een goede mogelijkheid om religies (lichtfeesten Kerstmis, Chanoeka en Divali) te verbinden (inkleuring van burgerschap en sociale cohesie).
De vertelplatenserie ‘Babytje in het schuurtje’ (link met link met werkblad 3A.1 actualisering HH op de website) is minder geschikt voor deze les aangezien het ‘BIJZONDERE BEZOEK’ niet op de platen tot uitdrukking komt. In de laatste gedeelte van de tekst wordt echter wel over herders gesproken. Bij het nadrukkelijk aan de orde komen van deze passage kan de vertelplatenversie wel gebruikt worden. Voor het bijbehorende verhaal zie Normale versie of Verkorte versie
Een Power Point presentatie van ‘Joram, de knorrige herder’