De strijd om Pokémon
Pokémon - het spel, de film, de tv-serie, de internetsites - is een wereld van kinderen waar volwassenen vaak weinig van begrijpen. Volgens de een zit er een gevaarlijke ideologie achter, volgens de ander maakt Pokémon kinderen creatief.
TEKST:  MARGOT C. BERENDS
okémon (enkevoud én meervoud) zijn Pocket Monster-wezens die veel van dieren weghebben. Je kunt ze verzamelen en vervolgens tegen elkaar laten vechten. Dat kan met kaartjes. waarop ze afgebeeld staan, of door twee spelcomputers (gameboys) aan elkaar te koppelen. Je speelt het spel met z'n tweeën: wie zijn Pokémon het slimst inzet en goed gebruik maakt van hun energie, wint. Het ene monstertje heeft bijvoorbeeld als energie  'water',  het andere  'vuur'.  Die moet je natuurlijk niet tegen elkaar laten vechten, want water en vuur, dat wil niet samen.
Een Pokémon kan ook nog evolueren. Zijn aanvallen worden daardoor sterker en hij zal eerder winnen.
In de tekenfilmserie (vlak vóór en vlak ná schooltijd op tv) en in de bioscoopfilm speelt een gewoon jongetje, Ash genaamd, de hoofdrol. Hij verzamelt Pokémon en bewaart ze in balletjes. Nu en dan gooit hij een balletje naar een tegenstander, de Pokémon breekt eruit en het gevecht kan beginnen. Al verzamelend, spelend, film en televisiekijkend en internettend worden kinderen bevangen door een mooie droom: ook zij willen de grootste Pokémonmeester worden, net als Ash.

VEEL KINDEREN  zijn zó fanatiek, dat ouders en leerkrachten er helemaal gek van worden. Sommige ouders verbieden hun kinderen tijdens de maaltijd over Pokémon te praten, en nogal wat scholen hebben aangekondigd na de zomervakantie geen Pokémonkaarten meer in het klaslokaal toe te laten.
Diverse christelijke scholen hebben echter nog meer redenen waarom zij Pokémon willen weren. Directeur A. Geuze van de reformatorische Ds. Joh. Groenewegenschool in Werkendam:  "Pokémon is een new-age-achtig spel, het komt uit Japan en heeft een relatie met het Japanse shinto-geloof. Wij hebben bezwaren tegen een dergelijke van het christendom afwijkende godsdienst. Kinderen zien het als een onschuldig spelletje, maar er zit een hele ideologie achter. Welke precíes, dat weet ik niet. Maar in het spel doen die beestjes niet anders dan elkaar doden, terwijl de Bijbel leert dat dat niet mag. Daarnaast vinden wij dat kinderen niet te veel achter zo'n rage aan moeten lopen. Ze moeten zelf een mening leren formuleren. Verder geldt bij dit spel het recht van de sterkste. Maar ieder kind is een schepsel van God en moet tot zijn recht kunnen komen."
Ook de stichting Bijbel & Onderwijs waarschuwt tegen Pokémon. Het spel ademt een antichristelijk wereldbeeld, maakt gebruik van mythologische figuren en kosmische krachten en heeft geen besef van het verschil tussen goed en kwaad, aldus de stichting. Het leert kinderen vechten en prikkelt de begeerten, omdat de kaartjes door de producent opzettelijk zeldzaam zijn gemaakt. Bovendien zou het spel een introductie op het Japanse shintoïsme zijn.

IN AMERIKA  is op internet naar aanleiding van een artikel van televisiedominee Brett Peterson een felle discussie losgebarsten. Volgens Peterson is Pokémon beïnvloed door het boeddhisme, het hindoeïsme, het Egyptisch Dodenboek, het taoïsme en nog een heel rijtje heidense godsdiensten.
De criticus Mark Markham schrijft dat deze veronderstelling nergens op gebaseerd is. Ook ontzenuwt hij het argument dat Pokémon uitgaat van de -in Petersons ogen verwerpelijke - evolutietheorie. De term  'evolueren'  moetje volgens hem eerder opvatten in de zin van  'rijper worden'  en niet als een darwinistisch evolueren. Volgens Peterson zijn Pokémon demonisch. Alweer ontbreekt het bewijs, reageert zijn tegenstander. Een ander schrijft daar weer overheen:  "Als je naar de monstertjes kijkt, vóel je toch gewoon dat ze cultisch en demonisch zijn?!"


"Dat Pokémon op een
Japanse godsdienst is
gebaseerd is toch mooi?"

Van alle geruchten over de godsdienstige achtergrond van Pokémon lijkt alleen de veronderstelling te kloppen dat de pocketmonstertjes iets weg hebben van de mythische dieren uit het Japanse shinto-geloof.
Paul Steenhuis zette in  NRC Handelsblad  uiteen dat dieren als boodschappers van de Japanse natuurgoden worden beschouwd. Zij zijn hulpjes met bovennatuurlijke krachten. Het shintoïsme heeft vuur-, water-, lucht- en steengoden, en zo kennen ook de Pokémon hun eigen  'elementen'.  Steenhuis meldt:  "Toch kan niemand volhouden dat Pokémonspellen en -tekenfilms serieuze propaganda maken voor shinto-religie of welke andere occulte praktijk dan ook. Ze verwijzen ernaar, maar occulter dan Kuifjes Vlucht 714 is dat niet, en het merendeel van de 'magisch'e krachten die de Pokémon bezitten, zijn humoristisch."

DIRECTEUR JOOP HAVERRORT,  van de katholieke Nijmeegse Jenaplanschool De Lanteerne vindt de reactie van sommige scholen en ouders om Pokémon te verbieden  'rigide'.  Hij erkent dat het verschijnsel wel enige begeleiding vraagt.  "Maar moderne opvoeders zouden juist moeten inspringen op zulke nieuwe tendensen. Opvoeden doe je vanuit het referentiekader van het kind, en dus moet je je verdiepen in hun wereld. En kijk ook eens naar de kansen die zo'n nieuw spel biedt. Kinderen leren handelen, zoals ze dat vroeger met knikkers leerden. Ze worden creatief: ze spelen de figuren uit Pokémon na. En het spel gaat terug op oude oermythes, namelijk over de strijd tussen goed en kwaad. Klassieke verhalen, hele exodusverhalen zelfs komen erin voor. Dat Pokémon op een Japanse godsdienst is gebaseerd is toch mooi? Een prima uitgangspunt voor een interreligieus gesprek!"

Voor alle volwassenen die helemaal niets van de Pokémonrage snappen, is nu een handig boekje verschenen: Pokémon, gids voor ouders,  geschreven door kinderboekenschrijver en -illustrator Daan Remmerts de Vries.
Hij betwijfelt of de angst van sommige christenen, dat kinderen een heidens geloof zouden leren door Pokémon, gegrond is.  "Er komen wel elementen van de Japanse godsdienst in voor, maar dat dringt helemaal niet door tot kinderen",  vertelt hij.  "Bovendien is het niets nieuws dat Pokémon met energieën en elementen behept zijn. In het kaartspel Magic kwam dat ook al voor. En wat dacht je van De Hobbit en andere sprookjes, waarin elfen en trollen en lucht- en waterwezens voorkomen?"
In zijn boekje staat dat de paus zijn zegen heeft gegeven aan Pokémon. Via de tv heeft hij laten weten dat het spel vriendschapsbanden tussen kind en dier versterkt en dat het de fantasie bevordert.  "Weliswaar kan het spel verslavend zijn, echt gevaarlijk is het niet",  aldus het Vaticaan.

REMMERTS DE VRIES  gelooft niet dat het spel de agressie bevordert.  "Pokémon is om te beginnen lang niet zo meedogenloos als bijvoorbeeld Tom en Jerry. Pokémon doden elkaar niet; ze maken elkaar alleen maar bewusteloos en daarna komen ze weer tot leven. Wat kinderen roepen en naspelen doet misschien agressief aan, maar ik vind het juist goed als ze op deze manier hun agressie kwijt kunnen. Wel worden kinderen hebberig van Pokémon, maar dat moet niet verward worden met de agressie waarmee dat soms gepaard gaat. Wie zich agressief gedraagt, was het anders ook wel geweest."
De auteur is het er niet mee eens dat alleen de sterkste en slimste wint.  "Ook domme kinderen begrijpen het spel. Wel geldt het recht van de rijkste. Hoe meer geld je hebt, des te meer en des te zeldzamer kaarten je kunt kopen. Maar is dat niet bij alle hobby's zo? Positief vind ik dat je kinderen uit alle leeftijdsgroepen en van verschillende afkomst met elkaar ziet spelen."
Een gevaar ziet Remmerts de Vries niet in het spel, maar hij vindt het wel iets triests hebben.  "De wereld van Pokémon is glad, fantasieloos, kil en onecht. Je kunt hopen dat kinderen iets gaan voelen voor dieren en voor de natuur, die in de films vaak mooi groen voorgesteld wordt.


"Die beestjes
doen niets anders dan
elkaar doden"

Maar als in het verhaal een nieuwe weg wordt aangelegd, wordt die even hard bejubeld. En niemand vraagt zich af hoe het voor een dier is om de hele tijd in zo'n  'pokébal'  te moeten zitten en te vechten. Kinderen zitten bij dit spel binnen achter hun computer en verkeren in een eindige wereld, zonder verrassingen. En dat terwijl de echte natuur, buiten, zo óneindig is.
Als je het goed bekijkt, zitten er in de film een paar dubieuze boodschappen. Pokémon vechten daarin tegen hun eigen klonen, en dat wordt veroordeeld onder het mom van:  'Vechten is niet goed, tenminste niet op déze manier.'  Een raar onderscheid dus tussen goed en fout vechten. En er wordt verkondigd dat je geen vrees mag kennen. Onzin natuurlijk. Verder is aan het einde van de film de grootste slechterik zo plotseling bekeerd tot het goede, dat het volstrekt ongeloofwaardig overkomt." Een keur van volwassen meningen dus over Pokémon. Kinderen blijven er intussen door geboeid, en dat is op zich al boeiend genoeg.


Daan Remmerts de Vries: Pokémon, gids voor ouders (uitgeverij Elzenga, Amsterdam, 79 blz.,  ƒ 12,95).
Margot  C.  Berends is journalist.

 

Terug naar de vorige pagina