`
God in de popmuziek
Drs. H.M. Kleinpenning
Centrum Parochiespiritualiteit Nijmegen
De popmuziek heeft altijd al met het religieuze te maken gehad. De baptistengemeenten in de Verenigde Staten hebben beroemdheden als Tina Turner, Marvin Gaye en Steven Wonder voortgebracht. Bob Dylan liet ooit in zijn muziek weten dat hij zijn leven in dienst van Jezus Christus had gesteld. David Bowie zonk ten overstaan van zevenduizend fans op zijn knieën en bad het Onze Vader. En Prince onderbrak zijn concert in de Kuip met de vraag: 'Holland, geloof je in God? Als je dat gelooft, zing dan mee!' En de duizenden fans zongen het mee: 'God is love, love is God, girls en boys, love God above'.

Op zoek naar begeesterring

Het is niet vreemd dat popsterren hun religieuze ideeën en zelfs gebeden tegenwoordig zonder protest van hun fans kunnen zingen. Alom wordt immers gezegd dat de belangstelling voor het hogere weer toeneemt. De vrijetijdsfilosoof Henk Tennekes schreef hierover: 'Als de aanstekers worden ontstoken is het net Pinksteren. Dan spreekt iedereen dezelfde taal, dan is de hele zaal zwanger van spiritualiteit. Popconcerten bewijzen dat mensen meer nodig hebben dan brood op de plank. Mensen zijn op zoek naar begeestering, naar de Heilige Geest'.


Geloof en popmuziek

Dit is mooi gezegd en klinkt misschien hoopvol, alsof popconcerten een vorm van eigentijdse evangelisatie vormen, zoals de liederen op de EO-jongerendagen. Wie de teksten echter goed bekijkt en in gesprek gaat met de popsterren, die zal toch moeten concluderen dat de inhoud lang niet altijd parallel loopt met ons christelijk geloofsgoed en al helemaal niet met de kerkelijke leer. Prince zingt over Liefde en God, maar stelt het op één lijn met seks. Bij hem is geslachtsgemeenschap de beste eredienst.

Toch klopt het wel dat de liedteksten en videoclips vol toespelingen op ons christelijk geloof zitten. En al zijn het er niet veel, er zijn popsterren die proberen dit geloof op een eigentijdse manier te vertolken. Zo heeft Michael Jackson vaker laten doorklinken dat God voor hem niet ondefinieerbaar is. Hij gelooft in een persoonlijke God, die in Christus de gestalte van een mens heeft aangenomen. Die God mogen we aanspreken en vragen of Hij zich over ons leven en onze wereld bekommert.


Het verhaal van Pinksteren

In 1995 kwam Michael Jackson (geboren in 1958, lid van een baptistengemeente) met zijn album HIStory. Met dit album wilde hij niet zomaar een verzameling van zijn werk presenteren, maar laten zien wat hem begeesterde. De volledige titel van het album is 'HIStory. Past, Present And Future' wat niet duidt op de oude hits en de nieuwe songs die er op staan, maar op de inhoud en de ordening van de songs. Rode draad door heel het album is staande in het heden, kijken naar wat we gedaan hebben en vooruitzien naar morgen.


The Earth Song

De tekst van het nummer  'Earth Song',  door Michael Jackson zelf geschreven, bevat heel duidelijk toespelingen op ons christelijk geloof. Al noemt hij God niet, de tekst is duidelijk een soort gebed, een gesprek met God over wat goed en slecht gaat in de wereld. Het zijn vooral de beelden van de bijbehorende videoclip die de associatie met het Pinksterverhaal (Hand.2) oproepen. Chaos, verdriet om wat er gebeurd is, maar ook vuur en vooral de storm als beeld dat er iets verandert, als beeld van de goede geest ... Gods Geest.

Gaandeweg het lied blijkt de steeds terugkerende vraag 'What about us' een vraag aan ieder van ons te zijn. 'Hoe zit het met ons?'. Laten wij ons raken door die Geest van God?


Wordt het opnieuw Pinksteren?

Het geluid van krekels en andere nachtelijke schepselen klinkt als  'the earth song'  begint. Zacht, als een betoverende zonsopgang, komen daar de klanken van een harp en violen bij. De vogels beginnen te zingen en een synthesizer vult het aan tot een beeld van een prachtige morgen. Dan bedaart de muziek en begint Michael te zingen over de prachtige dingen van de wereld. Beelden van groene velden met grazende dieren en spelende kinderen begeleiden zijn woorden. Maar direct ook andere beelden: het oeroud gekapt, dieren gedood, menselijk geweld. En dan klinkt de indringende vraag: Did you ever stop to notice'. 'Heb je ooit stilgehouden en gelet op al het bloed dat wij eerder hebben vergoten? God, heb je ooit stilgehouden en gelet op de roepende aarde, de schreiende kusten?'
Het refrein is niets anders dan een langgerekte kreet 'Aaaah' (een kreet om de nieuwe morgen, om het slagveld op aarde).

In het tweede couplet stelt Michael de vraag (aan God? aan ons?): 'wat hebben we met de wereld gedaan? Kijk toch wat we gedaan hebben. Hoe zit het nou met de vrede, met de bloeiende weide dat je jouw enige Zoon hebt geschonken?'. Nog steeds gruwelijke beelden: doodgeknuppelde zeehondjes, dode mensen liggend op straat, tanks die door de met puin gevulde straten rijden. 'Look what we've done!'

Dan volgen nog enkele zinnen waar Michael voor het laatst met smekende stem zingt. 'Vroeger droomde ik, keek ik voorbij de sterren, maar nu weet ik niet meer waar we zijn. Maar ik weet wel dat we ver zijn afgedreven'. Hij gaat steeds vuriger zingen. Er verschijnen beelden van mensen die op hun knieën vallen en in de aarde graaien om haar vast te houden, maar het zand glijdt tussen hun vingers weg.

Voor het eerst klinken er dan horens. De hoorn, symbool van kracht. Het geluid zwelt aan als Michael verder zingt. Het koor hitst hem op. Hij zingt steeds feller, ondersteund door zware strijkinstrumenten, alsof hij wil zeggen: 'oké, als smeken niet helpt, dan probeer ik het zo'. Een litanie volgt waarin de chaos klinkt die wij van de aarde hebben gemaakt. Maar het is gaan waaien.

Er volgen beelden van mensen die zich staande houden aan de bomen, aan elkaar. Als vanuit een raket kijken we naar de aarde. Een storm gaat over de wereld. En telkens opnieuw klinkt de vraag: 'What about us?'

De mensen zijn overeind gekomen, staan verdwaasd stil, weten niet wat hen overkomt. Ze worden geraakt door de storm. En dan gebeurt het: de olifant krijgt zijn slagtanden terug, de netten waarin de dolfijnen gevangen zitten scheuren open, de dode man opent zijn ogen, staat op en loopt weg, mensen drijven de tanks terug de straten uit. Het geluid van de instrumenten ebt weg. Helder en indringend klinken de woorden: 'Hoe zit het met de mens? What about us? Hoe zit het met de dood? Kan het ons ook maar ene malle moer schelen?'.
En dan stilte.
De omgekapte woudreus van het begin staat weer overeind.
Het antwoord is aan ons. Laten we ons raken door Gods Geest?


Terug naar de vorige pagina