Als je kind wordt gepest

"Lisa mocht nooit meedoen aan spelletjes, werd uitgescholten, geduwd en buitengesloten"

Elk kind heeft wel eens ruzie. Op zich is dat vrij normaal. Maar als onschuldig plagen overgaat in pesten, kan dat voor grote problemen zorgen.
Het overkwam Lisa (9), de dochter van Sandra van Lier (41). Zij werd structureel lastiggevallen door de kinderen uit de buurt.

Productie: Jolanda Hofland. Fotografie: Benelux Press

Sandra: "Eigenlijk wist ik bij de geboorte van Lisa al dat ze het moeilijk zou krijgen in dit leven. Zoiets voel je als moeder.
Lisa werd te vroeg geboren en ging na de bevalling direct de couveuse in. Ik denk dat deze moeilijke start de reden is dat ik vanaf dag één bezorgd ben geweest om haar. Niet dat ik Lisa op de huid zat, maar ik hield haar wel nauwlettend in de gaten. En dat is achteraf goed geweest.
Ik merkte al in een vroeg stadium dat ze werd gepest en dat haar zelfvertrouwen daardoor een behoorlijke deuk opliep. Maar het was gelukkig nog niet zo erg dat we er niets meer aan konden doen. En daar ben ik nu blij om. Want ik ben ervan overtuigd dat het met pesten net zo gaat als met ziektes: hoe eerder je er bij bent, hoe groter de kans op genezing.

Lisa is anders dan andere kinderen. Ze is in alles trager dan haar leeftijdsgenoten en heeft bovendien al vanaf haar geboorte problemen met de motoriek.
Ze heeft drie jaar op de kleuterschool gezeten, de onderwijzers adviseerden ons om haar daarna naar het speciaal onderwijs te laten gaan. Ze waren bang dat Lisa het niet zou redden in het reguliere onderwijs. Voor mij was de beslissing niet moeilijk. Het laatste wat ik wilde was een dochter die zich niet lekker zou voelen op school omdat ze het niveau niet aan zou kunnen. Vandaar dat we besloten haar naar een school voor moeilijk lerende kinderen te laten gaan, al betekende dat wel dat ze niet meer naar een school in de directe omgeving kon. Voortaan bracht ik Lisa iedere ochtend weg met de auto en haalde ik haar 's middags weer op.

"Vaak zat ze in haar eentje op haar kamer, terwijl het buiten snikheet was"

Die overgang zorgde op zich niet voor problemen. Lisa vond haar plekje op de nieuwe school, maar toch bespeurde ik kleine veranderingen. Vooral 's zomers kwam ze steeds vaker boos en geïrriteerd thuis. Als ik dan vroeg wat er was, zweeg ze. Zei ze dat ze geen zin had om buiten te spelen, dat ze liever binnenbleef en televisie keek. Vaak zat ze in haar eentje wat te knutselen op haar kamer, terwijl het buiten snikheet was.
Ik maakte me zorgen om haar. Dit was geen normaal gedrag. Ieder kind wil toch na schooltijd lekker in de buurt spelen met andere kinderen? Ik ben met Lisa gaan praten en uiteindelijk heeft ze me - na enig aandringen - verteld dat ze gepest werd door de buurtkinderen.
Ze mocht nooit meedoen aan spelletjes, werd uitscholden, geduwd en volledig buitensloten. 's Winters ging het goed omdat ze dan binnenspeelde met maar één buurmeisje of buurjongen. Maar 's zomers ging het altijd fout als de buurtkinderen zich als een groep tegen Lisa konden keren.

Ik schrok, wilde het probleem meteen voor haar oplossen. Ik stelde voor wat vaker een klasgenootje na schooltijd uit te nodigen om te komen spelen. Dat leek even goed te gaan, maar toen Lisa op een dag zelfs met het vriendinnetje van school huilend thuiskwam omdat de kinderen in de buurt hen lastig vielen, was bij mij de maat vol.
Ik ben naar de ouders van de buurkinderenpesters gegaan en heb ze uitgelegd dat Lisa 'anders' is, dat ze een ontwikkelingsachterstand en motorische problemen heeft en dat ze daardoor niet zoveel kan als de andere kinderen. Ik heb mijn buren gevraagd aan hun kinderen te vertellen dat niet iedereen hetzelfde is en dat ze niet van iedereen hetzelfde mogen verwachten.

Ik stelde mezelf kwetsbaar op en dat had ik misschien beter niet kunnen doen. De ouders lachten me een voor een uit. Ik werd absoluut niet serieus genomen. Het enige antwoord dat ik kreeg was: "Joh, je maakt het erger dan het is. Het zijn maar kinderen, laat ze toch. Ze lossen het zelf wel op. Vandaag hebben ze ruzie en morgen spelen ze weer met elkaar. Maak je niet zo druk." Maar ik maakte me wel druk. Ik zag mijn kind lijden en dat deed ook mij pijn. Ik voelde me machteloos omdat ik haar niet kon helpen. Ik bleef de buren er keer op keer op aanspreken, maar het hielp niet.

"Lisa kwam steeds vaker boos en geïrriteerd thuis. Als ik vroeg wat er was, zweeg ze"

Ze vonden me een overbezorgde moeder. Maar dat ben ik beslist niet. Opvoeden is voor mij een kwestie van actie en reactie. Als mijn dochter mijn hulp nodig heeft, ben ik er. Maar ik besef heel goed dat ik haar ook de ruimte moet geven om dingen zelf te ontdekken en op te lossen. Ik heb in die tijd vaak gedacht: als het hun kind was dan zouden ze wel anders praten. Ik heb me in die tijd behoorlijk eenzaam gevoeld.

Op een gegeven moment realiseerde ik me dat het geen zin had om via de ouders te proberen de situatie te veranderen. Het pesten stopte niet, constant hing er iets onheilspellends in de lucht. Elke dag was het weer afwachten wat er zou gebeuren. Soms ging het goed, maar heel vaak kwam Lisa huilend thuis om vervolgens weer dagen binnen te blijven. Dat wilde ik niet meer.
Ik heb toen iets heel doms gedaan. Ik heb de kinderen op hun gedrag aangesproken. Ik heb ze gevraagd waarom ze mijn dochter lastigvielen, waarom ze nooit mee mocht doen, waarom ze haar pestten. Dat had ik beter niet kunnen doen.
Nu kreeg ik de ouders op mijn dak. Ik moest niet met hun kinderen bemoeien. Heel rustig probeerde ik het voor de zoveelste keer uit te leggen, want het laatste dat ik wilde was ruzie met mijn buren. Maar er was niemand die begrip toonde, de hele buurt was tegen ons.

Ik bedacht toen dat als ik iets aan het pesten wilde doen, ik er niet van uit mocht gaan dat de anderen zouden veranderen. Ik moest zelf iets ondernemen. Ik heb mijn eigen gedrag eerst kritisch onder de loep genomen. Misschien was ik wel te beschermend? Voor de ontwikkeling van Lisa was het in ieder geval beter dat ze weerbaarder zou worden.
Maar hoe?

"Lisa was in jubelstemming, ze mocht meespelen met de buurtkinderen"

Ik ben gaan praten met de directeur van de school. Hij toonde veel begrip, had het al vaker meegemaakt. Het enige dat hij voor me kon doen, was me verwijzen naar de cursus Omgaan met pesten.
Daar leren kinderen zich weerbaarder op te stellen en krijgen ze allerlei tips over hoe ze moeten reageren als ze worden gepest.

Lisa sprak nooit uit zichzelf over het pesten. Het was iets van haar alleen, iets waar zij in haar eentje mee worstelde. Maar op de cursus ontdekte ze dat ze niet de enige was die gepest werd, dat ze niet abnormaal was en dat alleen al gaf haar vertrouwen.
Spelenderwijs heeft Lisa veel geleerd. Er werden in tien lessen pestsituaties nagebootst en Lisa leerde de confrontatie aan te gaan. Verder werd veel aandacht besteed aan houding en uitstraling.

Lisa is sinds de cursus niet meer zo angstig. Ze durft weer buiten te spelen en ook haar zelfvertrouwen komt stukje bij beetje terug. Het is natuurlijk niet zo dat ze nu geen problemen meer heeft. Ze heeft nog steeds wel eens ruzie, maar het is niet meer structureel. Lisa is rustiger geworden, ze raakt niet meer zo snel in paniek als ze gepest wordt. Dat komt waarschijnlijk omdat ze, vaak samen met mij, kan teruggrijpen op de dingen die ze heeft geleerd.
Het gaat elke dag een stukje beter. Laatst kwam ze in jubelstemming thuis. Was het haar gelukt mee te mogen doen met een balspel. Door deze kleine successen heb ik hoop voor de toekomst. Ik heb er vertrouwen in dat de juiste antwoorden en het juiste gedrag uiteindelijk uit haar zelf zullen komen. Het kost bij haar alleen iets meer tijd."

De namen zijn om privacyredenen gewijzigd.