Inhoudsweergave: Voorafgaand aan de vierde les is aan de kinderen gevraagd om ‘extraatjes’ die ze krijgen op te sparen en mee naar school te nemen. De spullen/lekkers/drinken worden in (schoenen)dozen verzameld. Het Turkse lente- en kinderfeest (Çocuk Bayrami, dat centraal staat in les 4, biedt aanknopingspunten om te overwegen wat te doen met de ‘extraatjes’ (en met de gemaakte spelletjes/materialen uit les 3). De kinderen mogen, net als op het Turkse kinderfeest, één ‘dag’ de baas spelen, in de zin dat zij bepalen wat er mee gedaan wordt: voor zichzelf houden of geven aan anderen (voor bijvoorbeeld een goed doel). Een verhaal ‘De kaarsendans’ (Çayda Çirak) brengt de kinderen in de sfeer van het feest. In de lesopzet wordt als afsluiting een suggestie gedaan om de ‘extraatjes’ aan een goed doel, te weten de actie ‘schoenmaatjes’, te verbinden.