Kinderkoran in wording leidt nu al tot discussie

Een ruwe versie is klaar, volgend jaar in de kinderboekenweek moet-ie er zijn: de kinderkoran. De uitgever noemt het project 'een risico' want er staan personen in afgebeeld, en dat accepteren lang niet alle moslims.

Lodewijk Dros

De Koran is moeilijk: Arabisch en ook nog eens minder verhalend dan de Bijbel. Zelfs de nieuwe kindervertaling van dit heilige boek, gemaakt door de Tunesisch-Nederlandse filosoof Farouk Achour, "is nóg moeilijk", vertelt Senad Alic, als kunstenaar betrokken bij de kinderkoran.

Op dit moment buigen pedagogen zich over de tekst, zegt Joost van Schendel van de op moslimonderwerpen gespecialiseerde uitgeverij Bulaaq. Kenners van kinderboeken en het leesonderwijs op zwarte en andere scholen beoordelen de ruwe versie, want het boek moet ook geschikt zijn voor niet-moslims.

Debby Ras vindt het een goed idee. Ze werkt voor het (van origine protestantse) Provinciaal Identiteitscentrum in Amsterdam en begeleidt basisscholen bij levenbeschouwelijke vorming. Veel van die oorspronkelijk christelijke scholen zijn 'levensbeschouwelijk' geworden, met een overwegend islamitische populatie. "Als je een bijbelverhaal verteld hebt, is er geen islamitische tegenhanger", zegt Ras. Voor een kinderkoran is een flinke markt, denkt ze.

Uitgever Van Schendel hoopt dat de kinderkoran ook op islamitische scholen gebruikt gaat worden. "Met wat kinderen daar nu aangereikt krijgen kunnen ze niet echt uit de voeten. Het is 'braaf' en niet mooi." Volgens Van Schendel komt het op vrij grote schaal voor dat vooruitstrevender moslimouders een kinderbijbel gebruiken. "De Bijbel is immers een erkend geopenbaard boek, maar het blijft bij gebrek aan beter."

Dat 'beter' moet de kinderkoran worden. Van Schendel zocht een variant op de kinderbijbel. Met prenten, geen bloemmotieven of mozaïeken, maar figuratieve verbeelding van het verhaal. "Dat is een risico", zegt Van Schendel, "want het levert meteen een mogelijke belemmering op voor de acceptatie ervan. In sommige kringen is het aanvaarden daarvan niet vanzelfsprekend, maar er zit een omslag in."
Zonder goedkeuring van erkende schriftgeleerden (oelama) maakt de kinderkoran weinig kans op islamitische scholen, daar zijn betrokkenen het wel over eens. Toch wil Van Schendel zijn boek niet aan hen voorleggen voor een nihil obstat. "Dan krijg je eindeloze discussies en zijn we zo vijftien jaar verder."

Saïd Benayad, voorzitter van de islamitische scholenkoepel Isbo, noemt het kinderkoran-initiatief "een uitdaging", waarover hij merkbaar enthousiast is. "De Isbo werkt aan een lesmethode voor het godsdienstonderwijs, en een kinderkoran zou die kunnen versterken." Toch ziet Benayad bezwaren. "Jammer dat de uitgever nu al toetsing door geleerden uitsluit. Natuurlijk wordt dat stof voor discussie, maar er moet toch wat op te vinden zijn, zodat het veel sneller kan?"

Een ander bezwaar tegen de kinderkoran is de naam. "Aan de Koran mag je geen letter veranderen", zegt imam Hamza Zaid Kailani. "Dus moeten ze dat boek nooit 'kinderkoran' gaan noemen, daar gaat iedereen afwijzend op reageren." Navertellingen mogen wel. Al zullen er altijd tegenstanders blijven. Zaid Kailani: "Er zitten mensen te wáchten op een kinderuitleg van de koran".

De behoefte eraan hangt samen met twee zaken. Bij geloofsoverdracht hebben christenen wél wat moslims ontberen: een kinderversie van het heilige boek. Èn: de kennis van het Arabisch, broodnodig bij het leren van de soera's, is onder de tweede en derde generatie allochtonen tanende.

Uitgever Bulaaq zocht Senad Alic als illustrator aan. Deze Amsterdamse kunstenaar geniet enige bekendheid als links politiek tekenaar. "Ik ken de verhalen van vroeger", zegt Alic (1961), want hij is van Bosnisch-islamitischen huize. Met twee afbeeldingen sleepte hij de opdracht in de wacht. Een ervan, over een droom, toont zeven mannen in vrolijke kleuren.

Daarmee rijst een nieuw probleem: afbeeldingen. Isbo-voorman Benayad: "Dat ligt gevoelig."
Dat ondervond het Onafhankelijk Toneel, dat in het najaar van 2000 de opera Aïsja moest afgelasten onder druk van moslims: het verbeelden van de geschiedenis rond Mohammeds negenjarige echtgenote Aïsja was taboe.

De meningen over toelaatbaarheid van figuratieve prenten lopen in de Nederlandse moslimgemeenschap sterk uiteen. Van het zeer orthodoxe 'neen' tegen het afbeelden van levende wezens tot Van Schendels overtuiging dat zelfs Mohammed afgebeeld mag worden. "In oude Turkse en Perzische manuscripten komt hij afgebeeld voor. Soms met een wit gezicht, of met een sluier voor, maar toch. Hij was geen God, maar een mens."

De meeste Nederlandse moslims gaan die uitersten te ver. Illustratief is de houding van Hamza Zaid Kailani. Hem deren afbeeldingen van mensen en dieren niet. "Als het de Profeet of de vier khaliefen maar niet zijn."
Nee, zegt kunstenaar Alic, Mohammed komt in de kinderkoran niet voor, noch de khaliefs of zijn vrouwen.