Hellig Hart Hoop en tegendraadsheid in een eigentijds levensbeschouwelijk jasje Ton Roumen & Irma VerbeekEen bijzondere titel HELLIG HART is de titel van een nieuwe methode voor het vak godsdienst / levensbeschouwing voor katholieke en interconfessionele scholen voor primair onderwijs. Hellig betekent boos of dwars, eventueel tegendraads. 'De titel heeft in het begin voor nogal wat opschudding gezorgd', zegt auteur en eindredacteur Everard Stege. Toen hij vol trots de nieuwe methode aan zijn moeder liet zien, liep ze weg en begon te huilen. 'Vanuit haar traditionele geloofsbeleving vond ze de titel vreselijk. Jezus was toch niet hellig, wel heilig' De associatie met heilig is er zijdelings wel, zo erkent Everard Stege. Heilig betekent heel worden. Het woord verwijst naar de hoop op de heelwording van mens en schepping'; naast tegendraadsheid is hoop een belangrijk uitgangspunt van de methode. Achtergronden Een van de belangrijkste pedagogische concepten die ten grondslag ligt aan de methode is de hoop op een betere wereld, zoals die bijvoorbeeld te vinden is in de pedagogiek van de hoop van Lea Dasberg. Deze pedagogiek komt bijvoorbeeld expliciet tot uitdrukking in de titel van één van de projecten. Als inspiratiebron geldt volgens de methodemakers een oud Afrikaans gezegde: 'Als vele kleine mensen, op vele kleine plaatsen, vele kleine dingen doen, verandert de wereld.' Daarvoor is het nodig dat mensen een goed hart hebben en hun hart volgen, van binnenuit. Everard Stege: 'Hart is er in de titel niet voor niets bijgezet. Je mening wordt uiteindelijk niet bepaald door je vader en moeder of door de leraar. Nee, het is omdat het kind het gevoel krijgt dat iets gewoon niet kan of omdat iets anders moet.' Voor het realiseren van een betere wereld is een eerlijk hart nodig. Maar ook een zekere tegendraadsheid, een zekere helligheid. Vandaar de titel: HELLIG HART. Het idee van hoop en tegendraadsheid past goed binnen de traditie van het christendom. Jezus zette ook bestaande conventies op zijn kop. Het christendom stelt een omkering van vanzelfsprekend geachte waarden voor. De herder laat zijn 99 schapen in de steek teneinde dat ene, verloren schaap te redden. De vader verwelkomt zijn verloren zoon hartelijk, waardoor de oudste zoon die steeds bij hem in huis is gebleven, zich benadeeld voelt. De werkers van het elfde uur krijgen hetzelfde salaris betaald als de werkers van het eerste, derde en zesde uur. Jezus gaat tegen de stroom in als hij partij kiest voor de onderdrukten en de zwakken en ook als hij aan tafel gaat met tollenaars. HEILIG HART verwijst naar het kritisch appèl dat het evangelie doet op mensen en wel vanuit een eerlijk hart. Niet meegaan met de stroom, maar ertegen in: opkomen voor de zwakken en de minst bedeelden. In ontwikkeling
HELLIG HART is een methode in ontwikkeling. Naar verwachting zal ze in 2003 gereed zijn. Dan zijn er 24 thematische mappen beschikbaar voor elk van de groepen 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8 van de basisschool. Iedere thematische map (inclusief video en cd-rom) wordt een project genoemd. Aan het einde van dit schooljaar is de helft van het materiaal (12 thema's) gereed. De methode is bedoeld voor katholieke en interconfessionele scholen (inclusief speciaal onderwijs) en is ook te gebruiken in het openbaar onderwijs voor het godsdienstig vormingsonderwijs (GVO). HELLIG HART bestrijkt zowel het vak godsdienst / levensbeschouwing als het vak geestelijke stromingen. In de methode worden beide vakken zoveel mogelijk geïntegreerd. 1 Mogelijkheden voor differentiatie De methode houdt rekening met de multiculturele samenleving en de pluriformiteit van religies en levensbeschouwingen die in ons onderwijs voorkomen. HEILIG HART houdt rekening met de verschillen in opvattingen van identiteit tussen scholen en binnen teams van leraren. Het christendom neem een voorkeurspositie in. Maar differentiatie is mogelijk. Soms wordt het christendom sterker beklemtoond, dan weer verdwijnt het meer naar de achtergrond en worden levensbeschouwelijke thema's en invalshoeken van andere levensbeschouwingen behandeld. Differentiatie is dus mogelijk en dat is uniek voor een methode binnen het vak godsdienst / levensbeschouwing. Binnen bepaalde themalijnen (projecten) kan men verschillende accenten leggen waarbij de voorkeurspositie van het christendom sterker naar voren kan worden gebracht of juist wat meer naar de achtergrond wordt geschoven. In een groep waar veel kinderen met een christelijke achtergrond aanwezig zijn, kan het christelijk perspectief sterker worden beklemtoond, terwijl in een groep waar veel kinderen met een andere dan een christelijke achtergrond aanwezig zijn, ook andere religies en levensbeschouwingen (hindoeïsme, islam, humanisme) aan de orde worden gesteld. In de mate dat er meer niet-christelijke kinderen op school zijn, wordt de mogelijkheid geboden geboorteverhalen uit niet-christetijke tradities meer aandacht te geven. De school stelt op basis van het beschikbaar gestelde materiaal zelf een project samen dat past bij de leraar, de school en de groep. Per project zijn er 20 lessen. Uit die 20 lessen kiest de school of de leraar een reeks van vier lessen die passen in zijn situatie. Op basis van criteria die de methode aanreikt, stelt de leraar een samenhangende lessenreeks samen. Levensbeschouwing wordt dus op maat gesneden.
Per e-mail kunnen de kinderen van je groep aan de
kinderen van de Sri Vishnu school in Den Haag vragen hoe zij het Divalifeest beleven 2 Aandacht voor multimedia
Tot het materiaal wordt ook een cd-rom gerekend. Na het starten van de cd-rom kunnen de leraar en de leerling via een gescheiden route te werk gaan. Het menu voor de leraar bevat informatie met de verantwoording, de verschillende projectlijnen, achtergrondinformatie, bijvoorbeeld in de vorm van krantenknipsels en bijlagen. Deze informatie is ook in de meegeleverde ringband te vinden. Verder kan de leraar het beheer van groepen en leerlingen bijhouden. Zo kan hij aangeven of leerlingen zelf hun opdrachten mogen afdrukken en zelf hun projecten mogen kiezen. De leerlingen kunnen zelf hun naam en hun groep toevoegen. Ook kunnen ze informatiebladen raadplegen en gebruik maken van werkbladen. Ze kunnen opdrachten maken, werkbladen uitprinten en videofragmenten starten. De verwerkingsopdrachten komen zoveel mogelijk tegemoet aan bestaande verschillen tussen kinderen. Zo wordt tegemoet gekomen aan de eisen van adaptief onderwijs.
De pop heeft een belangrijke functie bij een aantal verhalen, de kinderen zijn meteen stil als je de pop tevoorschijn haalt. 3 Ruimte voor verhalen Er is een keur van verhalen. Met name voor de onderbouw wordt er extra aandacht geschonken aan het aspect van verhalen. Dit wordt ondersteund door het verteltheater met vertelplaten. Een vertelkast is een klein draagbaar verteltheater dat oorspronkelijk uit Japan afkomstig is. Het theater trekt op magische wijze de aandacht van de kinderen. De verteller brengt personages tot leven en duikt samen met de kinderen in het verhaal. Ook voor kinderen die de Nederlandse taal niet zo beheersen is de vertelkast een uitermate geschikt hulpmiddel.
ALS VELE KLEINE MENSEN, OP VELE KLEINE PLAATSEN, VELE KLEINE DINGEN DOEN, VERANDERT DE WERELD
4 Toets- en evaluatiemomenten In de midden- en bovenbouwprojecten is in veel gevallen een quiz opgenomen. Zo kan het geleerde worden getoetst. Bij het maken van de quiz kunnen de leerlingen gebruik maken van de informatiebladen. Aan iedere quiz is bovendien een prijsvraag opgenomen. Op verschillende momenten geldt de quiz of de opdracht als een evaluatiemoment. Veel verwerkingsopdrachten kunnen per computer worden gemaakt. De Leraar kan alle bewerkingen van de leerlingen op elk moment opvragen. Zo kan hij een leerlingvolgsysteem bijhouden, een digitale levensbeschouwelijke groeimap. Dat is mogelijk omdat alle cd-roms, door een speciaal ontwikkelde database, aan elkaar zijn gekoppeld waardoor alle bewerkingen en de informatie van voorgaande projecten beschikbaar zijn en opgevraagd kunnen worden.
|
Terug naar het archief |